Wellicht een wat vreemde titel voor een artikel, ‘Het helen van de wond’. Ik zal dit als metafoor proberen te duiden voor het verwerken van ‘oud zeer’ en de manier waarop je dit kunt begeleiden.
Organisatieontwikkelingen gaan gepaard met consequenties voor medewerkers. Die kunnen heel verschillend van aard zijn en ook heel verschillend beleefd worden. Het kunnen positieve en kansen biedende maar ook wat meer negatieve en emoties veroorzakende gevolgen zijn. Dit artikel gaat over deze laatste categorie. De manier waarop de betrokken medewerker er mee omgaat bepaalt mede de intensiteit en de duur van de emotie.
Soms duurt het erg lang en blijft de medewerker ‘ergens in hangen’, zoals managers dat dan vaak labelen. Dan is er sprake van ‘oud zeer’. Je zou kunnen zeggen dat er sprake is van een nog niet geheelde wond. De medewerker is niet in staat het effect van de verandering te verwerken. Of, maar vaker en, er is te weinig gedaan aan de ondersteuning om het te verwerken. In ieder geval in de beleving van de direct betrokkene. En daar is de medewerker dan ook weer boos over. Dat er niks gedaan wordt door de organisatie om de wond te genezen.
Er wordt dan namelijk gedacht dat er twee routes zijn voor de verwerking van de nare consequentie van een organisatieontwikkeling. Van buitenaf en van binnenuit. Van buitenaf kan omschreven worden als activiteiten die door de werkgever worden ondernomen en van binnenuit neemt de medewerker zelf de verantwoordelijkheid. Vaak verwacht de medewerker dat de veroorzaker (de organisatie, de Raad van Bestuur, de manager, het MT, de directie, etc.) het wel even gaat regelen. En met die verwachting roep je de teleurstelling over jezelf af. Want het is toch nooit goed. Om moedeloos van te worden. Uiteindelijk krijgt de medewerker het (ver)oordeel dat er geen land mee te bezeilen is. En escaleert het naar het niveau van niet meer goed functioneren. Terwijl je het ook als onvermogen kunt zien en niet als onwil.
Eerder deze week was ik voor een bijeenkomst bij een team van een zorginstelling. Veel veranderingen hadden ervoor gezorgd dat een medewerker vol in de weerstand ging. Het volgende gesprek vond toen plaats (verkorte weergave).
Zij: “Ik vind het allemaal maar niks wat ze doen. Er wordt toch niet naar ons geluisterd. Er moesten zelfs mensen weg. En wij moeten veel te hard werken. Telkens wordt er weer wat veranderd en dan krijgen anderen zelfs een bosje bloemen, maar wij zien nooit iemand en krijgen nooit wat ……….”
Ik: “Dat klinkt als een heel aantal nare ervaringen.”
Zij, inmiddels hevig geëmotioneerd: “Ja, echt hè! En dan verwachten ze ook nog dat we gewoon ons werk doen.”
Ik: “Ik zie dat je geraakt bent, je bent boos hè? Wanneer is dit begonnen?”
Zij: “Ja, ik ben echt boos. Jaren terug al. Eerst de reorganisatie met de managers, toen met de helpenden, toen met de verpleegkundigen en wij hebben er alleen maar last van. En nu heffen ze zelfs de managers op, dat is toch verschrikkelijk. En wij horen niks en ze laten ons gewoon stikken.”
Ik: “Je voelt je dus verwaarloosd. En wat verwacht je van de organisatie?”
Zij: “Nou, dat ze ons ook aandacht geven. Daar hebben ze een bloemetje gekregen. En wij niks. Ze komen niet eens langs.”
Ik: “Dit alles klinkt bijna alsof je een wond hebt.”
Zij: “Ja, zo zou je het kunnen zien.”
Ik: “En wonden doen pijn. Iedereen heeft wel eens een wond gehad. Al dan niet ernstig. Een schaafwondje, iets waar een pleister volstond of een snee die gehecht moest worden. En uiteindelijk geneest een wond altijd. Wat maakt dat een wond geneest? De hechting, de pleister of het verbandje? Of hoe gaat dat? Al die medisch geschoold mensen hier weten als geen ander dan iets op de wond niet volstaat. Een wond geneest vooral van binnenuit. Je doet dat zelf. Je lijf is daarop ingericht. Zodra er een wond ontstaat gaat je lijf aan de slag. Eerst om ervoor te zorgen dat de pijn meevalt en dan stuurt je lijf hulptroepen. De wond gaat dicht en onder het korstje doet je lijf de rest. Maar soms krab je het korstje eraf en dan duurt het langer. Of soms stoot je je precies aan het wondje en dan gaat het weer open. Met ‘verwondingen’ die ontstaan op je werk maar ook in je privéleven of elders is dat niet anders. Wat er ook opgeplakt wordt (aandacht, een bloemetje, informatie, erkenning etc. etc.) is niet genoeg, nooit. En verwachten dat anderen je wond voor jou genezen is ook niet genoeg, nooit. Jij bent uiteindelijk degene die je eigen wond geneest, en niemand anders.”
Zij: “Ja, als je er zo naar kijkt. Maar ze moeten toch ook iets doen voor ons?”
Ik: “Dat hebben ze ook gedaan, maar voor jou niet genoeg en daar had je nog net niet genoeg oog voor, omdat je zo boos bent. In de metafoor die ik zojuist vertelde hebben ze wel pleisters proberen te plakken, maar werd er van binnenuit door jou niet echt meegeholpen de wond te genezen.”
Zij: “Nee, maar het is toch niet mijn verantwoordelijkheid?”
Ik: “Van wie dan wel? Wie is er verantwoordelijk voor het verwerken van de pijn, voor het helen van de wond?”
Zij: “Zij moeten het toch allemaal oplossen, zij hebben deze situatie veroorzaakt.”
Ik: “Dat klopt ook, maar zij kunnen niet jouw wond genezen, dat kan alleen jij.”
Zij was toen echt even stil. Een traan biggelde over haar wang.
Ik: “En dat is inderdaad niet makkelijk. Maar zolang je de verantwoordelijkheid buiten jezelf legt, houd je de situatie die je niet wilt in stand. Dan krab je als het ware telkens het wondje weer open. Dus heb je huiswerk te doen.”
Zij: “Maar dat is toch niet te doen?”
Ik: “Ik erken als eerste dat het niet eenvoudig is. Maar met al die medisch geschoolde mensen om je heen, net als jij, kan deze metafoor je wel houvast bieden in de overtuiging dat je zelf de belangrijkste genezer bent van je eigen wonden. En als je dat echt inziet ontstaat er ruimte voor accepteren, verwerken en vooruit kijken.”
Zij: “Ik denk dat ik dat dan maar moet gaan proberen.”
Uiteindelijk is er in mijn ogen dus een hoofdroute voor het helen van een wond, net zoals met echte wonden, en dat is van binnenuit. Als je als medewerker in staat bent om te kijken naar je eigen aandeel in het instandhouden van oud zeer ben je bezig met accepteren, verwerken en vooruit kijken. Dan heel je de wond van binnenuit.
Ik heb ervaren dat als je dit gesprek rustig en met erkenning voor het ervaren leed voert en tegelijk de spiegel voorhoudt met de ultieme vraag: “wie is er dus verantwoordelijk voor het verwerken van de pijn, voor het helen van de wond”, komt de medewerker tot het inzicht dat die verantwoordelijkheid binnen zichzelf gevonden moet worden in plaats van te verwachten dat een ander een waarschijnlijk toch niet functionerende pleister plakt.